Donderdag stromen de  groeicijfers voor de eerste drie maanden van dit jaar binnen: van twee grote eurolanden, Duitsland en Frankrijk, maar ook van Nederland. Hoe staan we ervoor?

In Europa gaat de aandacht donderdag ongetwijfeld uit naar de tegenstelling tussen Duitsland en Frankrijk. Blijven de Duitsers de eurozone economisch op sleeptouw nemen in de eerste drie maanden van dit jaar? En weet Frankrijk zichzelf met de haren uit het moeras te trekken?

Nederland zit op veel vlakken tussen Duitsland en Frankrijk in. Bij het slot van 2013 kende Nederland de sterkste groeispurt van het trio. Maar het Nederlandse groeicijfer van het vierde kwartaal van 2013 werd sterk geflatteerd door de hoge autoverkopen, die een gevolg waren van het het aflopen van fiscale subsidies voor schone auto’s bij de start van 2014.

Naar verwachting neemt Duitsland weer het voortouw bij de start van dit jaar met een sterk economisch groeicijfer van 0,7 procent en laat Frankrijk een minieme groei zien. Voor Nederland spant het erom. De prognose van het Centraal Planbureau (CPB) van afgelopen maart duidt voor het eerste kwartaal aan dit jaar op lichte krimp vergeleken met de laatste drie maanden van 2013.

Kijk je verder naar het hele jaar 2014, dan zou Duitsland volgens de Europese Commissie een robuuste groei van 1,8 procent moeten boeken, komt Nederland op de tweede plaats met 1,2 procent groei en blijft Frankrijk wat achter met 1 procent groei.

Maar hoe zit het met de onderliggende kracht van respectievelijk Duitsland, Nederland en Frankrijk? Uit onderstaande grafieken blijkt dat Nederland drie sterken punten heeft: met het begrotingstekort gaat het de goede kant op, de exportkracht blijft sterk en bedrijven investeren weer.

Een punt van zorg blijft de hoge staatsschuld, maar de zwaktste schakels van Nederland zijn de lage consumentenbestedingen en de stevige werkloosheid.

Begrotingstekort: goede kant op

Eerst de staatsfinanciën. Onderstaande grafiek van de begrotingstekorten van Duitsland, Nederland en Frankrijk laat zien dat Nederland niet kan tippen aan Duitsland.

Maar minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem kan wel tevreden zijn dat Nederland weer voldoet aan een de Europese norm van een maximaal tekort van drie procent. Bovendien presteert Nederland op dit vlak veel beter dan Frankrijk. Een plus dus.

Staatschuld: te hoog, maar het kan erger

Wat betreft de staatsschuld, gemeten als percentage van de omvang van de economie, doet Nederland het beter dan zowel Duitsland als Frankrijk. Maar dat is geen reden tot juichen.

Sinds 2010 is de Nederlandse staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) met meer dan 10 procentpunt opgelopen. Daarmee is de schuld relatief hoog geworden.

Exportkracht: Nederland sterk

Nederland kan zich wat betreft de exportkracht goed meten met Duitsland, afgaande op cijfers van de lopende rekening. Die geeft het saldo weer van de handelsbalans (export minus import), plus het saldo van dividend- en rentebetalingen en overdrachten aan het buitenland. De export is hierbij vaak een dominante factor.

Zowel Nederland als Duitsland kunnen bogen op een stevige handelsoverschot, vanwege de sterke export. Frankrijk blijft op dit punt sterk achter, een teken dat Franse bedrijven per saldo meer moeite hebben om internationaal effectief te concurreren.

Bedrijven zien groei

Een  indicator die aangeeft hoe het met de groeiperspectieven van bedrijven zit, is de maandeljkse peiling onder inkoopmanagers in de industrie. Deze index duidt bij een stand van boven de 50 op groei. Voor Nederland is het beeld al sinds eind 2013 positief en bedrijven zien ook binnenlands de orders aantrekken.

Kijk je naar Duitsland en Frankrijk, dan draait de industrie bij de Oosterburen nog iets sterker. In Frankrijk is de ontwikkeling matiger, maar is wel sprake van groeiherstel.

Nederlandse consument achterblijver

Zwak punt van de Nederlandse economie, zeker nog in 2014, blijft de aarzelende houding van consumenten. Schuldenafbouw en het aanhouden van buffers voor onzekere tijden heeft voorlopig prioriteit voor Nederlandse consumenten.

Zowel in Duitsland als Frankrijk leveren uitgaven van huishoudens dit jaar naar verwachting een sterkere bijdrage aan de groei dan in Nederland.

Het Centraal Planbureau verwacht voor Nederland in 2015 wel een omslag, met lichte groei van de consumentenbestedingen, mede geholpen door het tot rust komen van de huizenmarkt.

Werkloosheid blijft hoog

Tot slot, de werkloosheid. Ook hier zit Nederland tussen Duitsland en Frankrijk in, op basis van vergelijkbare cijfers. De Franse werkloosheid is pakweg twee keer zo hoog als de Duitse.

In Nederland is het waarschijnlijk wachten tot 2015, voordat een echte kentering optreedt bij de relatief hoge werkloosheid. Pas als bedrijven zeker zijn van een wat langer aantrekkende vraag, durven ze ook meer vaste krachten in dienst te nemen.

Lees ook

282 euro per seconde: zo snel stijgt de staatsschuld 

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl